De Laethof
Het historisch belang van de “Laethof” ligt verscholen in het feit dat hier eeuwenlang de “Laetbank” haar zetel had. Het hele grondgebied van de plaats Eygelshoven en de omliggende gemeentegronden behoorden tot de jurisdictie (rechtsgebied/rechtsmacht) van die Laetbank. Het ontstaan van deze instelling hangt nauw samen met het ontstaan van Eygelshoven als zelfstandig dorp met een eigen aanzien. Een ongedagtekende memorei zegt hierover: “viele Jahre her einige Hausleuden komen wonen gemacht hebbende Eygelshoven ein Dorf”.
Een laet is een niet-vrije man, een horige als het ware, die de grond in leen/pacht had van de leenheer, met alle daaraan verbonden rechten en plichten. Die verplichtingen konden bestaan uit het afdragen van een deel van de oogst of het verlenen van bepaalde diensten (hand- en spandiensten). Ook de leenheer had verplichtingen naar “zijn” horigen toe. Met name het verzekeren van rechtszekerheid en veiligheid en ook een zekere sociale zekerheid behoorden tot deze taken. Geleidelijk echter werd de laet onafhankelijker en stond de leenheer grond af in ruil voor een erfpacht of cijns. Het is een vorm van pacht waarbij de overeenkomst niet eindigt als de verpachter sterft of de pacht opzegt. Bij deze vorm van pacht gaat het eigendomsrecht geleidelijk aan over in vaste handen. De laeten sloten zich aaneen en vormden een soort gerechtshof/rechtbank. Hier regelden zij hun onderlinge aan- en verkopen van grond en goederen en hun onderlinge geschillen. Die mannen werden een Laethof genoemd. Grond en goederen werden voor de Laethof verheven, d.w.z. ingeschreven.
Het eerste gebouw stond waarschijnlijk waar nu pastorie staat. Dit pand werd in 1751 aangekocht door de familie Russel of Ressel, die uit Andernach afkomstig waren. Leden van deze familie lieten in 1764 het huidige complex bouwen als heerboerderij in carrévorm. Als herinnering liet men een steen boven de koetspoort aanbrengen met het familiewapen. De laatste laetheer was Frans Erwin Russel, die ook de titel van Paltsgraaf droeg. Zijn kleinzoon werd aan de zuidkant van het Oude Kerkje begraven, alwaar zijn grafsteen nog steeds staat. Bij de komst van de Fransen in 1794 verviel de functie van de Laethof als Laetgerecht. Tot aan 1930 bleef de Laethof familiebezit, daarna werd de gemeente Eygelshoven eigenaar en kreeg het de functie van gemeentehuis. Stukken over de Laethof zijn slechts summier bewaard gebleven. Enkele bevinden zich alhier en zijn getranscribeerd (overgeschreven, in een andere vorm overgebracht). Na 1938 raakte het gebouw in verval en dreigde gesloopt te worden. Tussen 1942 en 1951 werd de Laethof gerestaureerd o.l.v. het architectenbureau Peutz. Een gedeelte werd als representatief gemeentehuis gebruikt tot 31 december 1981. Het bovenste gedeelte werd als woonhuis verhuurd.
Sinds 1982 is de heemkundevereniging “Stichting Eygelshoven door de eeuwen heen” in dit gebouw gevestigd en vanaf 1 april 2006 ook het Laurafonds. Deze stichting is een goede-doelen-fonds, ontstaan uit het mijnbedrijf Laura & Vereeniging. Reeds jarenlang doen verenigingen uit Eygelshoven een beroep op dit fonds voor financiële ondersteuning. Sinds 2009 is de Laethof door de gemeente Kerkrade weer als trouwlocatie aangewezen en heeft het gebouw ook in die zin weer een belangrijke functie gekregen.
Foto: Echtpaar Van den Camp-Cremers
Met carnaval vindt hier de sleuteloverdracht plaats door de burgemeester van Kerkrade aan de beide prinsen van Eygelshoven. De Schutterij “St. Sebastianus” stelt elk jaar na het koningsvogelschieten in de Laethof de nieuwe koning voor aan vertegenwoordigers van het gemeentebestuur en de geestelijke overheid. Verder dient de Laethof ook als stemlocatie bij de landelijke, de provinciale en de plaatselijke verkiezingen.